Een team van archeologen en astronomen heeft een ontdekking gedaan die de gangbare opvatting over de kennis van het oude Egypte op zijn kop zet.
Recent onderzoek wijst uit dat de Egyptenaren de Melkweg al afbeeldden op sarcofagen en graven.
Zo gebruikten ze de figuur van de godin Nut als visuele gids om de sterrenhemel weer te geven. Deze ontdekking suggereert dat hun interesse in de kosmos veel verder ging dan het symbolische of religieuze.
De studie, gepubliceerd in het Journal of Astronomical History and Heritage, wijst erop dat deze hiëroglifische afbeeldingen niet louter decoratief waren. Door honderden tekeningen te analyseren, hebben de onderzoekers patronen geïdentificeerd die overeenkomen met de structuur van onze melkweg, inclusief donkere zones die met het blote oog zichtbaar zijn.
De Melkweg in het oude Egypte: wat stelden de hiërogliefen voor?
Het project onder leiding van astronoom Or Graur van de Universiteit van Portsmouth identificeert in de afbeeldingen van de godin Nut op de sarcofagen een nauwkeurige weergave van de Melkweg, met name van de zogenaamde Grote Scheur, een donkere strook die met het blote oog zichtbaar is in de melkweg.
Deze donkere lijn, die op talrijke sarcofagen en graven in de Vallei der Koningen te zien is, is met een symmetrie en detail getekend die de astronomische kennis van de Egyptenaren aantonen.
De ontdekking is gebaseerd op de analyse van meer dan honderd afbeeldingen, waaronder sarcofagen van onder meer de priesteres Nesitaudjatakhet en farao Ramses VI, wat bevestigt dat deze afbeeldingen niet louter symbolen waren, maar bewuste weerspiegelingen van hemelse verschijnselen.
Wat decennialang als begrafeniskunst werd beschouwd, krijgt nu dus een nieuwe wetenschappelijke waarde en onthult dat de Egyptenaren mogelijk over verrassend geavanceerde astronomische kennis beschikten.
De Melkweg in het oude Egypte: wat leert deze ontdekking ons?
Tot nu toe hadden archeologen een mogelijk verband gesuggereerd tussen de godin Nut en de Melkweg, maar dit was nog nooit vanuit een wetenschappelijk perspectief benaderd.
Het nieuwe is echter dat de studie van Graur nu ook astrofysica in dit onderzoek betrekt, waardoor concreet bewijs wordt geleverd op basis van waarneembare astronomische patronen.
Op deze manier is Nut niet langer alleen een symbolische godheid, maar blijkt ze ook een middel te zijn om de astronomische kennis die de Egyptenaren al bezaten, weer te geven.
